We woonden deze vakantie een paar weken in een huisje op het strand. Een bekend plekje. Nieuw is dat er op dinsdagochtend een personal trainer komt. Leuk!
En iedereen kan meedoen.
Ik doe mee
Als het groepje is verzameld vraagt trainer Frits of ‘iemand iets heeft’, dan kan hij daar rekening mee houden. Had ik dit verwacht? Jawel, maar niet op deze manier. Ik blijf stil, ik doe gewoon mee. Maar als Frits het nogmaals vraagt geef ik aan ‘dat ik misschien niet alles mee kan doen en dat ik dat wel laat weten’. Maar Frits vraagt door en wil weten wat ik heb. Daarop komt mijn antwoord: dat het niet uitmaakt wat ik heb maar wat ik er mee doe.
Nou, dat had best aardiger gekund.
Nog 2 x
We staan in een grote kring op het strand en voor de eerste oefening gaat Frits op handen en knieën. Ik blijf staan en rek wat met m’n armen en benen. Nu vraagt hij wéér wat er is en waarom ik niet op m’n knieën ga! Rustig geef ik aan dat ik m’n eigen ding doe en dat dat OK is. Maar dat is het helemaal niet.
Als Frits daarna nóg een keer – weer in die hele groep – vraagt waarom ik ergens niet aan meedoe moet ik wat wegslikken. Ik sta hier, in de zon, op het strand. En beweeg. Op mijn manier. Dit zou heerlijk kunnen zijn maar het voelt zeer ongemakkelijk. Het spelletje met hardlopen doe ik sukkelend en bij beachrugby ben ik fotograaf.
Uitleg
Na afloop wil ik Frits uitleg geven en start met excuses dat ik kortaf reageerde op zijn vragen. Maar als Frits laconiek reageert met een ‘Ach, iedereen is anders’, laat ik het verder zo.
Wat ging hier nou mis?
Terug in het huisje vraag ik me af wat er nou mis ging. En wat kan ik anders doen? Die tweede en derde keer waren niet handig van Frits, hij probeert er zo veel mogelijk mensen bij te halen maar draait natuurlijk wel zijn programma.
Anton geeft mij als tip wat relaxter te zijn en luchtiger te reageren. Want nu kwam ik heel gespannen over. En ja, ik had ook wel iets aan kunnen geven. Dat hoeft dan niet persé whiplashklachten te zijn maar duizeligheid of niet kunnen hardlopen?
De volgende week zijn we er nog en krijgen Frits en ik een tweede kans.
De tweede kans
Expres of per ongeluk … sluit ik deze keer iets later aan bij een nieuw groepje. Frits verwelkomt me en geeft bij de eerste oefening zelf aan: ‘Ik weet dat u niet op de knieën gaat’. Hij laat mij vrij om oefeningen wel of niet mee te doen. Dat voelt een stuk fijner en maakt het makkelijk om eerder te stoppen. Geen hardlopen en beachrugby, maar ik geniet nu wel van de lol die ze hebben.
Stom
Het was gewoon stom van mij. Vanaf het besluit om mee te doen ben ik er mee bezig geweest: of ik tevoren wel of niet iets zou uitleggen bijvoorbeeld en wat dan?
Wat is jouw tip aan mij? En aan Frits?