Facebook-melding
Een heerlijke week in Zeeland, in ons huisje op het strand. Ik lees wat mails en een Facebookbericht:
Machteld heeft haar omslagfoto bijgewerkt. Ze heeft onze Word Cloud erop gezet.
Eronder 5 likes en 1 reactie: ‘Grenzeloos goed!’. Deze reactie is van mij. Ik vind het zó goed en stoer ook om dit op je Facebook te plaatsen. Of kwam dat grenzeloos door de term grenzen die dikgedrukt in het midden staat? Uitleggen, niet en werken staan ook dikgedrukt. Die zijn niet van mij. Of wel?
Hoe zou mijn eigen Word Cloud er uit zien?
Anton zit naast me, verdiept in een boek. Wat zou er in zijn Word Cloud staan?
Machteld en ik zijn ‘maatjes’ in een certificeringstraject voor ervaringsdeskundige coaches. We hebben dezelfde ziekte achtergrond en hebben de opdracht gekregen om onszelf voor te stellen tijdens de introductiedag. Doel van onze presentatie is andere deelnemers een indruk te geven van de gevolgen van onze aandoening in relatie tot werk en participatie.
Impact in een Word Cloud
Om de impact van de door ons ervaren belemmeringen duidelijk te presenteren maken we beiden een lijst. Machteld heeft vervolgens onze woorden met elkaar vergeleken, de lijst ingekort en van deze tekst een Word Cloud gemaakt. Dit om het op een speelse wijze te presenteren. Tijdens onze presentatie hebben we om en om een woord gepakt en kort hierover verteld.
Terug naar het strand
Ik haal Anton uit zijn boek en laat hem de foto op Facebook zien. ‘Ik wil hier iets over schrijven en dan bijvoorbeeld over hoe jouw Word Cloud er uit ziet’. ‘Wat wil je dan weten van mij?’ en ‘Wat is je vraag?’ krijg ik terug.
‘Nou, dan wil ik weten hoe jij mijn gezondheid … nee, wat is volgens jou de impact van mijn gezondheid op jou? En op ons. Op ons gezin’. ‘Dat is veel, Maaik, weet je zeker dat je dat wilt?’, vraagt hij.
We hebben een gesprek over mijn vragen, hoe en wat in mijn column, waarom ik dit van hem wil weten, hoe confronterend het kan zijn, wat ik ermee ga doen en waarom in een Word Cloud.
Dat is fijn, er zo over praten met z’n tweeën. Je denkt te weten hoe ‘de ander’ je gezondheid ervaart, maar is dat ook zo? Met cliënten bespreek je dit soort zaken en reflecteer je ook op je gesprek. Maar doe ik dat eigenlijk wel (genoeg) met de mensen om me heen? Het is veel. Ik laat het inzinken.
‘Mama!’, hoor ik Bing roepen. ‘Doe je mee?’ Hij komt aanrennen met een volleybal. Onze buurmeisjes komen er achteraan. Pfff. ‘Zullen we dat straks even doen boef? Dat je nu even met de meisjes speelt?’. Bing laat zich niet zomaar afschepen met een belofte. Hij geeft me een knuffel en met een ‘kom je dan straks?’ holt hij weer weg.
Impact op de kinderen
Hoe ervaart Bing dit? Dat ik (weer) niet meespeel? En Lucas? En Janne? Ik besluit het ze te gaan vragen. ‘Wat doet het met jou dat mama niet gezond is?’
Het levert mooie gesprekjes op. Ik hou het kort want ik zie dat het lastig voor ze is. Lucas schrijft een stukje en legt dat voor me klaar. Janneke praat en schrijft als ze naast me in de auto zit en Bing vertelt tijdens het spelen. Nu ik de stukjes en mijn aantekeningen weer lees moet ik huilen. Anton had gelijk. Super confronterend is dit!
Toch maak ik er een Word Cloud van. Om ze te laten zien en er op een speelse manier over te kunnen praten. In het midden staat heel groot ‘niet’. Het voelt als een rechtse directe.
Hoe ziet jouw Word Cloud eruit?